Mijn eerste les

Nog voor ik het ouderlijk huis verliet werd de baan van mijn vader afgebroken. Hij was daar niet bepaald gelukkig mee, maar liet me toch maar betijen. Ik beloofde een nieuwe baan, met meer mogelijkheden. Na enkele maanden bouwplezier strandde het project... reden: ik had onvoldoende nagedacht over het railplan en was aan het bouwen gegaan voor dat het volledige traject op papier stond. Op een zeker ogenblik bleef ik met een aftakking van de dubbelsporige hoofdlijn zitten, ik had nergens een aansluiting voorzien. Ik leerde mijn eerste belangrijke les: plannen afwerken voor dat aan de realisatie wordt begonnen.

Een vriend van mij snelde mij ter hulp en ontwierp een zeer ingenieus sporenplan. Vol enthousiasme werd opnieuw begonnen, en jawel... deze maal lukte het ons om de baan volledig af te werken. Af te werken... dat wil zeggen: het sporenplan werd gerealiseerd. Maar van enige scenery was geen sprake. Mijn vader die, toch gecharmeerd door het sporenplan, opnieuw belangstelling had teruggevonden in 'zijn' treintafel, vreesde dat hij het treinenverloop niet meer zou kunnen controleren en beheersen wanneer de treinen in tunnels en schaduwstations niet meer zichtbaar zouden zijn. Nu was er ook geen enkele vorm van automatisering en beveiliging aanwezig. Alles werd bediend vanuit één centraal bedieningspaneel en er werd gereden 'op zicht'.

Ten aanzien van de eerste baan waren er wel een aantal dingen ingrijpend gewijzigd. Ten eerste was de onderbouw nu gemaakt van metalen profielen die met bouten aan elkaar waren geschroefd. Niettegenstaande het L-profiel en de profielgrootte van 30 mm was dit niet stabiel wanneer overspanningen van meer dan één meter werden gemaakt. Hier moesten verstevigingen in de vorm van houten latten die aan de metalen profielen werden bevestigd worden aangebracht (les 2: een stabiele en stevige onderbouw is een absolute must!). Op het metalen/houten onderstel werd dan met hout het gehele railplan gebouwd. De sporen kwamen te liggen op terrassen van spaanderplaat met een dikte van 12 mm. De sporen werden gelegd op een bedding van kurkkorrels. Tussen de bielsen werd geen materiaal aangebracht. Het railmateriaal was van Fleischmann. Toen had je de keuze tussen messing rails en nieuwzilver rails. We opteerden voor messing, niettegenstaande het gevaar voor corrosie. Het railplan werd gescheiden in 2 "circuits" die elk met een rijregelaar werden uitgerust. Elk circuit werd onderverdeeld in een aantal secties en elke sectie werd beveiligd door een sein. Maar zoals reeds eerder gezegd... er was geen sprake van een blokbeveiliging of welke andere vorm van beveiliging of automatisering.

Ondertussen was ik gehuwd. Mijn vader amuseerde zich met zijn modelbaan, maar weigerde steevast om enige vorm van scenery in te bouwen. Na verloop van tijd heeft hij wel enkele oude Fleischmann wissels (nog uit het 1700-sporengamma) moeten vervangen door recentere exemplaren.

Na mijn huwelijk woonden wij op een appartement met 2 slaapkamers. Eén van deze kamers werd als hobbyruimte gebruikt. Hier kwam dan ook de module 'Haschenbach' te staan. Er bleef echter geen ruimte over om deze module uit te breiden naar een functionerende modelbaan. Afbreken was voor mij geen optie.

Nog altijd lid van de modelbouwclub zijnde werd ik aangespoord om nogmaals iets te maken dat op een tentoonstelling kon gepresenteerd worden. Ik besloot om aansluitend op de stationsmodule en diorama te bouwen dat een metaalfabriek zou voorstellen. Ditmaal hield ik de afmetingen binnen aanvaardbare maten zodat het diorama beter transportabel zou zijn. De lengtemaat kwam overeen met de korte zijde van de stationsmodule.

Na drie jaar op het appartement te hebben gewoond hebben we een woning gekocht. De keuze van de woning werd mede bepaald door het al dan niet aanwezig zijn van een geschikte hobbyruimte. Uiteindelijk hebben we een woning gevonden met een zolder die ik helemaal mocht reserveren voor de hobby. Er zaten wel een paar kleine nadelen aan. De zolder was enkel te bereiken via een uitschuifbare trap die bijna in het midden van de zolder uitkwam en de installatie van de centrale verwarming stond ook op de zolder. Bij het ontwerpen van een baan zou ik daar terdege rekening mee moeten houden. Voor het overige had ik de beschikking over een grondoppervlakte van 63 vierkante meter. Aangezien het dak 3 schuine kanten heeft die tot aan de vloer reiken moest ik er rekening mee houden dat de nuttige oppervlakte een pak kleiner zou zijn, maar niettemin zou er toch nog een goeie 40 vierkante meter van benut kunnen worden.

Het ontwerpen van de modelbaan, laat staan het bouwen ervan geraakte moeilijk op gang. Ten eerste moest de zolderruimte geschikt worden gemaakt om er een treintafel te zetten. Er lag geen fatsoenlijke vloer en het dak was niet geïsoleerd en afgewerkt. In afwachting dat ik met die werkzaamheden zou beginnen blijft de hobbymicrobe natuurlijk niet stil zitten. Zo ben ik beginnen bouwen aan een modulebaan. Deze baan is getoond op een tentoonstelling van de modelbouwclub waar ik nog altijd lid van was.

Ga verder met: Het concept
Wanneer U geen menu's ziet klik dan hier

Valid HTML 4.01 Transitional