In het wedstrijdreglement stond dat er bijzondere aandacht zou worden gegeven aan het spelelement dat in het minbaantje zou aanwezig zijn. Ik heb geprobeerd om daar maximaal rekening mee te houden en heb bij het ontwerp de principes van een timesaver en inglehook samengevoegd. Dat resulteerde in het volgende sporenplan dat heel wat mogelijkheden bied om met de locomotieven te rangeren tussen de verschillende sporen.
Het sporenplan werd getekend met Winrail en uitgeprint op schaal 1:1. Daarna werden de rails provisorisch gelegd om een eerste indruk te krijgen van het verloop. Dat zag er zo uit:
 |
 |
Voor het railmateriaal heb ik gekozen voor Tillig Elite. De railsstaven zijn code 83. Dat betekent een hoogte van de railstaaf van 2.0 mm, wat een realistischer beeld geeft. De 3 wissels in het spoor dat het dichts bij de publiekszijde ligt zijn wissels EW3 met een lengte van 284 mm en een hoek van 12°. Alle andere wissels zijn v an het type EW1 en hebben een lengte van 228 mm en een hoek van 15°. Deze wissels zijn nog slank genoeg om in een wisselcomplex van rangeersporen te worden gebruikt. Onder de sporen werd een kurklaag van 4 mm dikte gelijmd.
Eerst werden de wissels geplaatst. Daarna werden de overige sporen gelegd. Daarvoor werd uitstuitend flexrail gebruikt.
 |
 |
 |
 |
Vervolgens werd het ballast aangebracht. Voor dit minibaantje heb ik gekozen voor ballast van Auhagen (Cat.nr. 61826). Tussen de sporen werd strooimateriaal met een fijnere korrel van Busch gebruikt. Daarna werd alles nog "verweerd" met een wash van grijze verf. Hierdoor kreeg het geheel een gelijkmatigere indruk. Onderstaande foto's zijn gemaakt voordat de wash werd aangebracht.
 |
 |
In de lokloods moet de vloer op gelijke hoogte liggen met de bovenkant van de railstaven. De ruimte tussen de sporen werd opgevuld met balsahout. De spleten tussen de platen werden toegemaakt met polyfilla. Daarna werd het balsahout grijs geschilderd. Het was de bedoeling om een imitatie van asfalt of beton te maken maar ik heb voor geen van beiden een correcte kleurcombinatie gevonden. Zoals het er nu bijligt is het eerder een imitatie van asfalt. Beton wordt gelegd in platen en dan zouden er naden tussen de platen zichtbaar moeten zijn. Ik heb geprobeerd om met verschillende tinten van (donker-)grijs een verweerd uitzicht te bekomen. Zelf vind ik dat ik daar niet helemaal in ben geslaagd.
 |
 |
De wissels worden aangedreven door wisselmotoren van het merk Cobalt. Een medeclublid had zich daar positief over uitgelaten. Op de club gebruiken we motoren van Tillig en daar zijn we niet tevreden over. Cobaltmotoren vertonen zeer sterke gelijkenis met het meer bekende merk Tortoise. Zezijn iets kleiner van omvang, maar het is wel iets waar je rekening mee moet houden wanneer je deze mototren zou gebruiken op een modelbaan met sporen op meerdere niveau's. Wanneer deze wisselmotoren net boven een spoor komen te hangen dan moet er voldoende ruimte zijn tussen de beide niveau's. Bij dit minibaantje was dat helemaal geen probleem: er is slechts één niveau. De aansturing van de motoren gebeurt analoog. De bediening van de wissels gebeurt met een schakelaar die in het frontpaneel van de modules is ingewerkt. Achteraf is gebleken dat dat niet zo ideaal is want om de wissels te bedienen moet ik dan voor het minibaantje staan en belemmer ik het zicht van de toeschouwers. Ik overweeg om de wissels ook te digitaliseren zodat ik ze met de hand-controller kan bedienen.
 |
 |
Aan de linker zijde van het baantje eindigen 2 sporen. Om de lokomotieven van het ene spoor naar het andere spoor te zetten werd een mini-fiddle yard gebouwd. Er past juist een locomotief van de class 66 op. De brug wordt met de hand verplaatst en juist gezet t.o.v. de sporen. Er is geen vergrendeling voorzien. De fiddle yard is niet erg stabiel en wordt vervangen door een constructie met een wissel. In het oorspronkelijke plan kon dat niet omwille van de beperking van de totale oppervlakte van het minibaantje.
 |
Wanneer U geen menu's ziet klik dan hier