Een reeks 19 heeft eigenlijk niet bestaan. Loc 2130 uit de reeks HLE21 heeft tijdelijk het nummer 1901 gedragen. In 1993 werd de tractie-installatie van deze loc uitgerust met GTO-thyristortechniek en werden de motoren vervangen door 4 fasige asynchrone motoren. Tevens werd de loc ook geschikt gemaakt om te rijden onder 25 kV 50Hz. De proeven duurden tot 2001 waarna de 1901 door de werkplaats te Salzinnes opnieuw werd omgebouwd tot loc 2130.
Op basis van de uitgevoerde proeven werd de locreeks HLE13 besteld.
Het aantal locomotieven van de reeks HLE18 bedraagt meer dan 100 stuks. De nummering loopt verder met het nummer 19xx. Hetzelfde deed zich vroeger voor met de locomotieven van de reeks 62/63 en de reeks 77/78. Er is wel een verschil bij de locs waarvan het nummer begint met 18: deze zijn uitgerust met een klassieke schoefkoppeling. Een deel van de locomotieven zijn uitgerust met een GF Koppeling. Van deze locs begint het nummer met 19. Omwille van deze reden zou je kunnen spreken van een reeks HLE19.
| type / reeks | / HLE19 |
| aantal gebouwd | 1 |
| locnummers | 1901 |
| bouwjaar | 1993 |
| uit dienst | 2001 |
| fabrikant | BN / Ombouw door CW Salzinnes |
| motor(en) | 4 - AM114D |
| asindeling | Bo'Bo' |
| V.max | 160 km/h |
| fabrikant | |
| vermogen | 3.000 kW (4.500 kW duurvermogen) |
| Trekkracht | 250 kN |
| dienstgewicht | 84 ton |
| aslast | 21 ton |
| lengte (LOB) | 18.650 mm |
| Stroomsystemen | 3 kV (B), 25 kV 50 Hz (F + Athus-Meuse, HSL) |
| Remsysteem | Oerlikon FV4 |
De schildering van de loc bleef behouden. Er werd enkel een ander nummer toegekend.
Wanneer U geen menu's ziet klik dan hier